Bij de installatie van uw verlichting gebeurt het dat, eenmaal de installatie gedaan is en u de verlichting uitschakelt, de led lampen toch licht blijven branden. Vaak wordt gedacht dat dit te wijten is aan de geïnstalleerde verlichting maar dat is niet altijd het geval. LED lampen hebben weinig spanning nodig. Wanneer de spanning onvoldoende is zal de lamp niet branden en op dat moment zal de spanning zich opbouwen in de lamp. Dit is de zogenaamde lekstroom of inductiespanning. Eenmaal de spanning voldoende is, wordt deze ineens ontladen wat resulteert in kort nagloeien van de lamp. Dit is niet gevaarlijk en leidt niet tot een vermindering van de levensduur van de lamp maar het kan wel vervelend zijn. Of het nu gaat om inbouwspots, wandlampen, hanglampen of railspots, u kunt dit heel eenvoudig verhelpen met een eenvoudige aanpassing aan uw schakelaar of met andere technieken. Hieronder geven we eerst een overzicht van 2 soorten schakelaars.
1) Enkelpolige schakelaar
Een eenpolige of enkelvoudige schakelaar wordt gebruikt wanneer u een lichtpunt wilt bedienen op 1 plaats. Deze schakelaar wordt meestal geplaatst aan de ingang van een kamer, vlakbij de deur. Bij een eenpolige schakelaar hebt u 1 aansluiting: 1 fasedraad en 1 schakeldraad. Enkel de bruine draad (L1) wordt onderbroken wanneer de schakelaar uitgeschakeld is.
Hoe sluit u de enkelvoudige schakelaar aan?
- Eerst verbindt u de blauwe draden (dit is de nulleider) van de kabel die toekomt met de kabel die vertrekt naar de lamp door middel van wago’s of lusterklemmen
- De bruine of zwarte draad die toekomt (dit is de L1) wordt vervolgens aangesloten op de diepste schroef van de schakelaar L1
- Sluit op de laatste, vrijblijvende schroef de zwarte of bruine draad aan
- Verbind de aardingsdraden met mekaar door middel van lusterklemmen of wago’s
2) Dubbelpolige of tweepolige schakelaar
Een dubbelpolige schakelaar wordt meestal geplaatst in vochtige ruimtes zoals de badkamer. De
reden hiervoor is dat bij een tweepolige schakelaar een kleinere kans is op lekstroom. De tweepolige
schakelaar reduceert dat risisco tot 0. Een tweepolige schakelaar is dus veiliger. Hij wordt ook
gebruikt om 1 lichtpunt te bedienen op 1 plaats.
Bij een tweepolige schakelaar wordt er dus gewerkt met 4 aansluitklemmen. Beide stroomdraden worden onderbroken wanneer de schakelaar uitgeschakeld is.
Hoe sluit u de dubbelpolige schakelaar aan?
- De blauwe kabel die toekomt wordt aangesloten op L2 en de bruine of zwarte kabel die toekomt op L1.
- De blauwe kabel die gaat naar de lamp wordt aangesloten op 2
- De bruine of zwarte kabel die gaat naar de lamp wordt aangesloten op 1
- De aardingskabels worden met wago’s of lusterklemmen met mekaar verbonden
Wat zijn de mogelijke oplossingen in het geval uw led verlichting zwak blijft branden?
- Een eerste mogelijkheid om te vermijden dat uw LED lampen blijven branden is om te werken met een tweepolige schakelaar waarmee u beide stroomdraden uitschakelt.
Het probleem hierbij is wel dat er een nul bij de schakelaar moet zitten daar waar bij de enkelpolige enkel een fase is. Er zou dan dus een extra nuldraad moeten getrokken worden vanaf de schakelaar naar het lichtpunt indien deze er niet zou zijn. Ook kan het zijn dat bij lange installatiedraden de fase- en nuldraad toch nog inductiespanning gaan opwekken, ook als deze schakelaar zou uitgeschakeld zijn. Dit is te wijten aan de elektrische wisselspanning waarbij andere draden die in dezelfde leiding lopen inductiespanning kunnen doen ontstaan. - Een tweede oorzaak waardoor uw lampen blijven branden kan de dimmer zijn: In het geval u met een dimmer werkt, kan het zijn dat deze niet goed aangesloten zit. Ook kan het zijn dat u niet het juiste type dimmer hebt. Er zijn vele soorten dimmers: fase aansnijding, fase afsnijding, Dali, 1-10V, 0-10V,… Raadpleeg uw leverancier om de correcte dimmer aan te schaffen voor uw led lampen.
- Een derde mogelijkheid om lekstroom met LED op te lossen, is te werken met een compensator. Dit wordt parallel over de verlichting geplaatst en hij verbruikt dan de overtollige spanning die de lamp nog uitstraalt zodat ze niet meer gloeit. Een compensator wordt over de plus en de min van de lamp geplaatst. Zo een compensator verbruikt geen stroom en kost u dus geen verbruik. Een compensator werkt meestal voor 230V LED lampen. LED lampen op 12V of 24V kunnen niet steeds werken met een compensator.